Onlangs deed de kantonrechter in Almelo een opmerkelijke uitspraak inzake payrollbedrijven. Werkgevers die denken geen personeel in dienst te hebben omdat ze met ‘payrollers’ werken, kunnen van een koude kermis thuiskomen.
Payrolling komt steeds vaker voor. Zeker in economisch mindere tijden lijken payrollers aantrekkelijke krachten voor werkgevers, omdat ze niet bij hen in dienst zijn maar bij het payrollbedrijf. Bij bezuinigingen kunnen werkgevers gemakkelijk van hun payrollers af, zo is de gedachte. Payrolling komt vaak voor in de horeca, maar je ziet het ook steeds meer bij de overheid en in het onderwijs. Vaak hebben payrollers minder goede arbeidsvoorwaarden. Zo bouwen payrollers in het onderwijs bijvoorbeeld geen abp-pensioen op, omdat zij niet onder de onderwijs-cao vallen. Ook kunnen zij ongunstiger worden ingeroosterd.
Payrollen versus uitzenden
Payrollbedrijven en uitzendbureaus lijken op elkaar voor wat betreft het te werk stellen van werknemers bij derden, maar er is een groot verschil. Bij een uitzendovereenkomst via het uitzendbureau werft het uitzendbureau de medewerker voor het bedrijf en in het geval van payrolling doet het bedrijf dat zelf. Vervolgens gaat de werknemer in dienst bij het payrollbedrijf. Vaak zitten payrollers veel langer in een bedrijf dan uitzendkrachten.
Voordelen
Een reden op payrollers in te schakelen is de administratieve rompslomp die komt kijken bij het werkgeverschap. Dit maakt het in dienst nemen van werknemers complex. Door een payrollonderneming in te schakelen hebben ondernemers die administratieve lasten niet (meer). Een andere reden is dat werkgeverschap risicovol is, bijvoorbeeld omdat werkgevers twee jaar het loon moeten doorbetalen van een zieke (vaste) werknemer. Dit risico probeert het bedrijf neer te leggen bij de payrollonderneming.
Constructie
In de zaak bij de kantonrechter in Almelo bepaalde de rechter dat de ingehuurde kracht bij de gemeente Enschede in feite ambtenaar was en daarom niet zomaar kon worden ontslagen. Het ging om een payrollconstructie waarin de gemeente Enschede een werknemer had geselecteerd en geworven en vervolgens had ‘aangereikt’ aan een payrollonderneming die een arbeidsovereenkomst afsloot met de werknemer. De werknemer was exclusief ter beschikking van de gemeente gesteld. Hij werkte vanaf het begin enkel en alleen voor de gemeente, de gemeente gaf instructies, maakte afspraken over vakantiedagen, te volgen opleidingen en wisselingen van werkplek. Er was niet gebleken dat de constructie niet alleen was gekozen om ontslagbescherming van de werknemer te voorkomen. Materieel gezien was het loon afkomstig van de gemeente.
Niet-ontvankelijk
Toen er door bezuinigingen geen plek meer was voor de werknemer vroeg de payrollonderneming ontslag aan. De rechter verklaarde de onderneming hierin niet-ontvankelijk, omdat er volgens hem geen sprake was van een arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en het payrollbedrijf. De werknemer kon dus niet door de payrollonderneming worden ontslagen.
Let op
De uitspraak van de kantonrechter kan verstrekkende gevolgen hebben als deze ook in andere rechtszaken een vervolg krijgt. Denk bijvoorbeeld aan pensioenfondsen die werkgevers kunnen aanspreken om premies voor payrollers te betalen of om alsnog bij te dragen aan scholingsfondsen.