Door maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing en internationalisering voldoet onze arbeidsmarkt niet meer volledig aan de eisen van deze tijd. Dat zei Koning Willem-Alexander zojuist in zijn eerste Troonrede als staatshoofd. De toespraak is geschreven door premier Rutte en zijn ministersploeg.
Door maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing en internationalisering voldoet onze arbeidsmarkt niet meer volledig aan de eisen van deze tijd. Dat zei Koning Willem-Alexander zojuist in zijn eerste Troonrede als staatshoofd. De toespraak is geschreven door premier Rutte en zijn ministersploeg.
In de toespraak sprak de Koning opvallend veel over de arbeidsmarkt. Zo kondigde hij aan dat de werkloosheidswet en het ontslagrecht worden gemoderniseerd. ‘De WW krijgt een meer activerend karakter. Sociale partners nemen het voortouw bij begeleiding van werk naar werk, bijvoorbeeld via scholing. De regering beperkt het publiek gefinancierde deel van de WW tot 24 maanden. Sociale partners nemen de verantwoordelijkheid voor een privaat gefinancierd deel van de WW. Dat legt een extra prikkel bij werkgevers en werknemers om te investeren in de kwaliteit van mensen. Werknemers die ontslagen dreigen te worden, ontvangen een scholingsbudget. Flexwerkers krijgen meer zekerheid en meer bescherming.’ Over het ontslagrecht zei de Koning dat het eerlijker en eenvoudiger wordt door één ontslagroute voor te schrijven voor alle werknemers.
Mensen met een arbeidsbeperking
De Koning zei verder dat de regering werkt aan hervormingen die het groeivermogen van de Nederlandse economie versterken. Daarbij noemde hij als voorbeeld de omslag naar een participatiesamenleving in (onder meer) de sociale zekerheid. ‘De klassieke verzorgingsstaat uit de tweede helft van de twintigste eeuw heeft (…) regelingen voortgebracht die in hun huidige vorm onhoudbaar zijn en ook niet meer aansluiten bij de verwachtingen van mensen.’ Een voorbeeld van deze participatiesamenleving is de oprichting van werkbedrijven. Gemeenten gaan samen met sociale partners deze instellingen oprichten om mensen in de bijstand of met een arbeidsbeperking te helpen bij het vinden van een baan. ‘Werkgevers en overheid stellen zich samen garant voor 125.000 extra banen in 2026. Als blijkt dat dit aantal niet wordt gehaald, worden bedrijven alsnog verplicht een percentage van hun personeel te rekruteren uit mensen met een arbeidsbeperking.’ Dit najaar zal daarover een voorstel worden gepresenteerd.
Werkgelegenheid
Dat de werkgelegenheid een lastig punt blijft, blijkt uit de ruimte die het kabinet inruimde om te vertellen over banen. ‘Om zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden en te krijgen, stelt de regering 600 miljoen euro beschikbaar. Zoals afgesproken in het Sociaal Akkoord, komen werkgevers en werknemers hiervoor met sectorplannen. Die zijn gericht op meer banen en stageplaatsen voor jongeren, behoud van vakkrachten en betere begeleiding van werk naar werk. Voor het bestrijden van de jeugdwerkloosheid werkt de regering samen met gemeenten, sociale partners en onderwijsinstellingen om jongeren aan de slag te krijgen en hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.’ Naast deze algemene maatregelen zijn er ook sectorspecifieke ingrepen. Zo is er een Onderwijsakkoord (3.000 extra banen), een Techniekpact (betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt) en een Energieakkoord (15.000 extra banen).
Perspectief op herstel
De gevolgen van de crisis worden steeds voelbaarder, zei de Koning. Maar er is ook hoop: ‘Er zijn voorzichtige signalen dat het einde van de mondiale crisis in zicht is. Daarmee ontstaat ook voor ons land perspectief op herstel. (…) De regering wil het groeivermogen van de Nederlandse economie versterken. Dit legt de basis voor het creëren van banen en herstel van vertrouwen bij mensen en bedrijven. De noodzakelijke hervormingen kosten tijd en vragen om doorzettingsvermogen.’