Subsidie praktijkleren toepassen

Zoals bekend vervalt de afdrachtvermindering onderwijs en kunnen werkgevers vanaf 1 januari 2014 de Subsidieregeling praktijkleren toepassen. Wat betekent dit?

Subsidie praktijkleren

De Subsidieregeling praktijkleren heeft het kabinet ontwikkeld om werkgevers te stimuleren praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen aan te bieden. De subsidie is een tegemoetkoming voor een werkgever in de kosten die hij maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student.

De subsidie is ook een tegemoetkoming in de loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio). De doelgroep is kleiner dan de afdrachtvermindering. Deze subsidieregeling richt zich vooral op kwetsbare groepen binnen de arbeidsmarkt bij wie jeugdwerkloosheid een groot probleem is. Bovendien stimuleert het studenten die een opleiding volgen in sectoren waar een tekort ontstaat aan gekwalificeerd personeel en wetenschappelijk personeel dat onmisbaar is voor de Nederlandse kenniseconomie.
Doelgroepen
Bedrijven komen in aanmerking voor subsidie als zij binnen een van de volgende categorieën begeleiding bieden:

  • leerlingen die een leerwerktraject volgen in het vmbo;
  • deelnemers aan een mbo-opleiding, voor zover het om een beroepsbegeleidende leerweg gaat;
  • studenten die een hbo-opleiding volgen in de techniek (inclusief landbouw en natuurlijke omgeving). Hierbij bestaat de opleiding uit een combinatie van leren en werken. De werkcomponent moet onderdeel uitmaken van de opleiding. Dat geldt voor zowel duaal als deeltijd hbo;
  • promovendi en toio’s.

Subsidie
De werkgever ontvangt subsidie naar verhouding van de periode waarin hij begeleiding heeft verzorgd. Daarmee kan iemand elk moment van het studiejaar bij een werkgever starten. Ook als een leerling, deelnemer, student, promovendus of toio stopt krijgt de werkgever naar verhouding een tegemoetkoming in de kosten die hij heeft gemaakt voor de begeleiding. De werkgever hoeft dus geen volledig jaar begeleiding te geven om subsidie te kunnen aanvragen.

Budget
De verdeling van het budget over de vier doelgroepen is als volgt.
vmbo             € 1,4 miljoen
mbo               € 188,9 miljoen
hbo                € 8 miljoen
prom/toio’s     € 6,7 miljoen
Subsidiebedrag
Het subsidiebedrag voor een werkgever of opleidingsbedrijf per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats wordt als volgt berekend. Het beschikbare bedrag voor een categorie wordt gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijk- of werkleerplaatsen dat in aanmerking komt voor subsidie binnen die categorie. Het maximum is € 2700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats.

Aanvraag
Wie in aanmerking wil komen vult op de website van Agentschap NL een digitaal aanvraagformulier in. Hierin moet onder andere verklaard worden dat de werkgever beschikt over een overeenkomst op basis waarvan de begeleiding heeft plaatsgevonden, dat deze door alle vereiste partijen is getekend en dat de begeleiding heeft plaatsgevonden in overeenstemming met die overeenkomst.
Bij de aanvraag hoeven geen documenten te worden meegezonden. Bij controle kunnen de onderliggende stukken worden opgevraagd. De aanvraag voor subsidie gaat per studiejaar en wordt achteraf ingediend. Als de begeleiding eerder stopt dan in de overeenkomst is aangegeven, moet dat uit het aanvraagformulier blijken.

Voorbeeld voor een regulier jaar
Een werkgever heeft met een deelnemer in het mbo, een kenniscentrum en een onderwijsinstelling een praktijkleerovereenkomst afgesloten. Er is overeengekomen dat de deelnemer bij de werkgever twintig weken onderricht in de praktijk krijgt. De deelnemer stopt na tien weken begeleiding bij de werkgever met de opleiding. De werkgever kan dan na afloop van dat studiejaar voor 10/40 van de gerealiseerde praktijkleerplaats subsidie ontvangen.

Indienen
De subsidieregeling praktijkleren treedt in werking met ingang van 1 januari 2014. De aanvraag moet zijn ingediend uiterlijk om 17.00 uur op 15 september 2014 na het studiejaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Na 15 september 2014 wordt gelijktijdig besloten op alle ingediende aanvragen. Een aanvraag die al in juni is ingediend omdat de begeleiding op dat moment was afgerond, wordt dus pas afgehandeld na het eind van het studiejaar. Vervolgens wordt aan de hand van alle aanvragen per categorie het subsidiebedrag voor een volledige gerealiseerde plaats berekend. Aan de hand daarvan volgen de individuele beschikkingen.

Uitbetaling
De minister beslist binnen dertien weken na 15 september van enig kalenderjaar op de voor het daaraan voorafgaande studiejaar ontvangen aanvragen. De beslissing is direct de vaststelling van de subsidie. Voor het einde van het jaar krijgt de werkgever zekerheid over het te ontvangen subsidiebedrag en dat wordt direct uitbetaald door Agentschap NL.

Opleidingsbedrijven
Ook opleidingsbedrijven komen in aanmerking voor de subsidie. Opleidingsbedrijven zijn werkgevers die als belangrijkste doelstelling hebben het opleiden van vakbekwame medewerkers binnen de sector techniek. Deze doelstelling leidt ertoe dat deze (non-profit)organisaties behoefte hebben aan een eerdere betaling van de vergoeding. Daar wordt als overgang eenmalig in voorzien.
De opleidingsbedrijven kunnen na de eerste drie maanden van 2014 al een aanvraag voor subsidie aanvragen. Per begeleide deelnemer kunnen zij dan een bedrag van maximaal € 1000 ontvangen. Zij krijgen daarbij in totaal niet meer middelen dan andere werkgevers. Wel kunnen zij een deel daarvan eerder ontvangen.

Advies
Op www.agentschap.nl staat meer informatie over de nieuwe subsidieregeling praktijkleren. Bovendien is de definitieve regeling op 5 november 2013 gepubliceerd in de Staatscourant (jaargang 2013, nr. 31130). Het is belangrijk om jaarlijks de datum van 15 september niet te vergeten. Is de aanvraag te laat binnen, dan komt de werkgever niet meer in aanmerking voor een subsidie over het studiejaar dat daaraan vooraf ging. Besef goed dat de subsidie niet langer in de loonaangifte voorkomt.

Bron: De SalarisAdviseur