Staatssecretaris Wiebes gaat in een nota in op vragen die in de Tweede Kamer zijn gesteld over de werkkostenregeling. Duidelijk is dat Wiebes niet afwijkt van eerdere standpunten en de wijzigingen die hij met het Belastingplan 2015 wil doorvoeren. Wel komt hij met enkele verduidelijkingen.
Werkkostenregeling
Binnen de werkkostenregeling blijft het noodzakelijkheidscriterium voorlopig beperkt tot gereedschappen, computers en communicatiemiddelen. In geval van bestuurders en commissarissen wordt de verlegging van de extra toets aan het gebruikelijkheidscriterium van de inspecteur naar de werkgever gehandhaafd. De concernregeling blijft beperkt tot de situaties waarin sprake is van een 95% belang in het gestorte aandelenkapitaal. Voor de fiets komt er geen extra vrijstelling en datzelfde geldt voor het parkeren bij de werkplek, zo stelt PwC vast naar aanleiding van de nota.
Internet thuis, iPad
Wiebes geeft ook enkele verduidelijkingen die voor de praktijk van waarde zijn. Zo wordt het weer mogelijk een vergoeding voor internet thuis te geven, als wordt voldaan aan het noodzakelijkheidscriterium. Voor verstrekkingen en vergoedingen vanuit het Arboplan wordt het keurslijf van de daadwerkelijke uitvoering óp de werkplek aanzienlijk versoepeld.
Wiebes meldt dat cassatie wordt ingesteld tegen de uitspraak van Hof Amsterdam, dat een iPad onder de overgangsregels en de huidige werkkostenregeling geldt als een telefoon of dergelijke apparatuur.
Vrijwilligers
BDO stelt aan de hand van de nota vast dat de beloning die vrijwilligers ontvangen niet meetelt voor de berekening van de vrije ruimte. De verstrekkingen en vergoedingen die aan vrijwilligers worden gegeven, hoeven ook niet ondergebracht te worden in de vrije ruimte. Dergelijke vergoedingen en verstrekkingen tellen wel mee om te bepalen of de maximumbedragen die aan vrijwilligers mogen toekomen (€ 150 per maand / € 1.500 per jaar) worden overschreden.
De logica achter de veelheid aan regels en uitzonderingen is volgens PwC nog altijd ver te zoeken. ‘Het blijft op deze manier een regeling waarbij het vooral belangrijk is dat de werkgever van zíjn concrete arbeidsvoorwaarden weet wat de fiscale gevolgen zijn voor de werkkostenregeling.’