Aftrek deze eeuw verdubbeld
In 2000 bedroeg de fiscale aftrek voor de eigen woning in totaal 16,9 miljard euro. In 2011 is dit bijna verdubbeld tot 33,4 miljard euro. Het grootste deel betreft de aftrekbare rente en financieringskosten, de zogenaamde hypotheekrenteaftrek. Deze bedroeg 32,3 miljard euro in 2011.
Hoogte van voordeel varieert
In 2011 trokken huishoudens gemiddeld 670 euro per maand af voor hun eigen woning. Dit leverde hen een voordeel op van 290 euro per maand aan te betalen inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Dit voordeel varieerde van 130 euro per maand voor de laagste inkomens tot ruim 520 euro per maand voor de hoogste inkomens.
De woningeigenaren met de hoogste inkomens betaalden door de aftrek voor de eigen woning gemiddeld geen 4.040 maar 3.520 euro per maand aan inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Hiermee verlaagden zij deze heffing met gemiddeld 13 procent. Hoe lager het inkomen hoe groter het relatieve effect van de aftrek. Voor de laagste inkomens werd de heffing zelfs meer dan gehalveerd door de aftrek.
Belastingvoordeel
Hoge inkomens hebben statistisch veel vaker een eigen woning dan lage inkomens. Van de huishoudens met de laagste inkomens had in 2011 nog geen17 procent voordeel van de aftrek voor de eigen woning. Dit loopt op tot 92 procent van de hoogste inkomens, aldus het CBS.
Door het relatief grote aantal huishoudens met een eigen woning en het gemiddeld hoge bedrag aan heffingsvoordeel, kwam 30 procent van het totale voordeel van 14,3 miljard terecht bij de hoogste inkomensgroep. Bijna 19 procent ging naar de op een na hoogste inkomensgroep. Dat betekent dat bijna de helft van het belastingvoordeel naar huishoudens ging met een bruto-inkomen van 82,9 duizend euro of meer per jaar.