Buitenlanders en allochtonen maken elk jaar minstens 1,5 miljard euro over van Nederland naar hun families in de landen waar zij vandaan komen. Een kwart van dat bedrag blijft binnen de Europese Unie, de rest gaat naar de rest van de wereld. Dat schat De Nederlandsche Bank.
Het meeste geld gaat naar Suriname (ongeveer 160 miljoen euro), Turkije (rond de 150 miljoen) en Marokko (ruim 120 miljoen). De voormalige Nederlandse Antillen zijn een snelle stijger, van 74 miljoen euro in 2006 naar 87 miljoen in 2011.
Roemenen en Bulgaren zijn naar verhouding het gulst. Zij sturen ongeveer 1600 euro per persoon per jaar terug, blijkt uit doorberekeningen van het ANP. Nederlanders met een gemiddeld inkomen verdienen dat in een paar weken, maar voor die landen is het een half jaarsalaris.
De DNB-schatting is gebaseerd op gegevens van de geldtransactiekantoren, zoals Western Union. Dat is een veelgebruikte manier om geld naar andere landen te sturen.
Alleen in de vier grote economieën van de eurozone (Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje) sturen mensen meer geld terug. Zo maken de buitenlandse werknemers in Duitsland ongeveer 3 miljard euro over. Dat is maar twee keer zo veel als Nederland. In België is het bedrag slechts 500 miljoen euro, een derde van Nederland.