Begin 2012 is Flynth een bezwaarprocedure gestart namens circa 300.000 ondernemers tegen de BTW-correctie voor privégebruik van de auto’s van de zaak.
Het collectief bezwaar heeft eigenlijk alleen betrekking op het jaar 2011, maar heeft consequenties voor eerdere jaren. Feitelijk zijn er drie tijdvakken te onderscheiden: 2007 en voorgaande jaren, 2008 tot en met 2010 en 2011 en later. Hieronder geeft Flynth een stand van zaken per tijdvak.
Periode 2007 en eerder
Van de aanvankelijk meer dan 5.000 bezwaarprocedures, die betrekking hebben op de jaren tot en met 2007, lopen er nog enkele honderden. Het ministerie van Financiën en de Belastingdienst hebben laten weten deze oudere individuele bezwaren aan te houden, voor de situaties waarin de auto’s door ondernemers zelf voor privédoeleinden zijn gebruikt. Eerder heeft de Belastingdienst de bezwaren tegen de BTW-heffing over het privégebruik van de auto van de zaak door werknemers afgewezen. Flynth heeft argumenten om deze afwijzing door de Belastingdienst bij een rechter aan te vechten. Zeker daar waar het gaat om werknemers die een reële bijdrage over hun privégebruik van de auto van de zaak hebben betaald. Flynth is voor deze specifieke groep met een aparte beroepsprocedure gestart. Een eerste uitspraak van de rechtbank in deze procedure zal nog wel 1,5 jaar duren.
Periode 2008 tot en met 2010
De Belastingdienst heeft aangegeven alle bezwaarschriften over de periode 2008 tot en met 2010 aan te houden. Er lopen op dit moment namelijk diverse procedures. De meest in het oog springende beroepszaken zijn de zaken die gaan over de invloed van de milieuclassificatie van auto’s op de hoogte van de BTW-correctie. Moet de BTW-correctie worden bepaald aan de hand van de milieuclassificatie van de betreffende auto? Of mag die – op basis van het gelijkheidsprincipe – altijd worden gekoppeld aan de laagste bijtellingscategorie: de 14%-classificatie voor zeer zuinige auto’s (2008 en 2009) of zelfs de 0%-classificatie voor ‘nul-emissie auto’s’ (2010)?
Eén van die zaken ligt bij de Hoge Raad en deze instantie zal naar verwachting binnen een jaar uitspraak doen. Bij deze uitspraak zal zwaar meewegen de mening van de Advocaat-Generaal, die eerder deze week bekend is geworden. Zij meent dat de BTW-correctie inderdaad moet worden gekoppeld aan de milieuclassificatie van de betreffende auto.
Maar ook als de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad gelijk krijgt, kan de staatssecretaris van Financiën nog niet opgelucht ademhalen. Flynth is van mening dat in de betreffende procedure onvoldoende argumenten zijn aangedragen om een koppeling van de BTW-correctie aan de milieuclassificatie te rechtvaardigen. De kans op een tegenvallende belastingopbrengst blijft dus bestaan.
Periode 2011 en verder
Over dit tijdvak lopen de bezwaarprocedures nu ook, waarbij dezelfde discussies spelen als in de procedures voor de voorgaande tijdvakken. Zoals de invloed van een reële eigen bijdrage van werknemers voor privégebruik op de hoogte van de BTW-correctie. Daarnaast speelt de ‘reparatiewetgeving’ die door demissionair staatssecretaris Weekers is ingevoerd per 1 juli 2011. Deze invoeringsdatum is discutabel, met als gevolg dat de mogelijkheid bestaat dat ondernemers en werkgevers over heel 2011 geen BTW-correctie hoeven toe te passen.
In november 2011 doet de Belastingdienst een uitspraak in alle bezwaarprocedures en daarna is het aan de rechtbank Arnhem om hierin uitspraak te doen. De verwachte doorlooptijd van deze procedure is één jaar. Een vervolg richting de Hoge Raad is zeer waarschijnlijk. Ook een gang richting het Hof van Justitie in Luxemburg kan niet worden uitgesloten.
Financiële impact op staatskas
Over 2011 heeft Flynth voor aangesloten ondernemers met auto’s van de zaak collectief bezwaar gemaakt, waarbij het per auto al snel gaat om een bedrag van 500 euro aan onterechte BTW-heffing. Landelijk is het financiële belang uiteraard veel groter. Volgens gegevens van het ministerie van Financiën gaat het om circa 500 miljoen euro per jaar aan mogelijk onterecht geïncasseerde BTW. De financiële impact op de staatskas over alle tijdvakken is dus groot: in totaal claimen ondernemers circa 1 miljard euro terug aan onterecht geheven omzetbelasting.