Goedkeuring
Staatssecretaris Weekers heeft goedgekeurd in het Besluit van 16 februari 2012, nr. BLKB 2012/8M, Staatscourant 2012 nr. 3804. De goedkeuring geldt voor investeringen van vóór 1 januari 2007. Er gelden nog andere voorwaarden. De Belastingdienst publiceert drie verduidelijkingen van het Besluit:
- De willekeurige afschrijving mag u geheel, maar niet deels terugnemen.
Voorbeeld
Monique heeft vóór 2007 willekeurig afgeschreven op een bedrijfsmiddel. De boekwaarde is na de willekeurige afschrijving € 100. Bij gewone afschrijving zou de boekwaarde € 250 zijn. In het oudst openstaande jaar heeft Monique nog een te verrekenen verlies van € 130. Uitwerking: Als Monique aan de voorwaarden voldoet, mag zij de boekwaarde van het bedrijfsmiddel ophogen met € 150 (€ 250 – € 100). Hierdoor ontstaat fiscaal een voordeel. Hiermee verrekent zij het verlies van € 130. Monique neemt in dat jaar een winst van € 20 (€ 150 – € 130). Zij mag de boekwaarde niet ophogen met € 130. - Na het terugnemen mag u opnieuw willekeurig afschrijven.
Voorbeeld
Als u de willekeurige afschrijving op een bedrijfsmiddel in een jaar mocht terugnemen, mag u in het jaar erna weer willekeurig afschrijven op dat bedrijfsmiddel. U gaat dan uit van de nieuwe boekwaarde. Dat is € 250 in het voorbeeld bij a (€ 100 + € 150). - Andere fiscale regels, zoals winstsplitsingsregels voor de vennootschapsbelasting, blijvengelden. Het kan zijn dat het terugnemen van de willekeurige afschrijving niet leidt tot verrekening van een nog onverrekend verlies. Bijzondere regels kunnen dat verhinderen, zoals winstsplitsingsregels bij juridische fusie, fiscale eenheid en geruisloze inbreng in een bestaande nv/bv.
Voorbeeld
Bv A bezit een pand waarop vóór 2007 willekeurig is afgeschreven. Bv A gaat door een juridische fusie op in bv B. Het nog te verrekenen verlies uit het oudst openstaande jaar is van bv B. Als bv B de willekeurige afschrijving terugneemt, ontstaat winst die nog toerekenbaar is aan de verdwenen bv A. Het verlies van bv B kan niet worden verrekend. Dat komt door de winstsplitsingsregels die staan in de derde standaardvoorwaarde bij het Besluit van 19 december 2000, nr. CPP 2000/3131M.