De post ‘belastingen’ is vaak een grote maandelijkse kostenpost. In tijden dat de liquiditeit te wensen over laat kan het lastig zijn de belastingschulden op tijd te betalen. In dat geval biedt de Belastingdienst een aantal mogelijkheden om onder voorwaarden uitstel van betaling aan te vragen.
Als een bedrijf tijdelijk niet aan de betalingsverplichtingen richting de Belastingdienst kan voldoen, dan kan de ondernemer/werkgever via de BelastingTelefoon (0800–0543) uitstel van betaling aanvragen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat de werkgever de loonheffingen tijdelijk niet kan betalen. De werkgever moet dan wel aan enkele voorwaarden voldoen. De werkgever kan via de BelastingTelefoon maximaal vier maanden uitstel van betaling krijgen, en wel vanaf de dag na de uiterste betaaldatum van de (oudste) aanslag. De Belastingdienst brengt in de tussentijd wel vanaf die datum invorderingsrente in rekening. Als de inspecteur akkoord gaat met het uitstel, ontvangt de werkgever binnen vijf werkdagen een bevestiging van het uitstel van betaling. Als er geen bevestiging is ontvangen, dan kan de werkgever – na opnieuw een telefoontje met de BelastingTelefoon – binnen vijf werkdagen alsnog een duplicaat van de bevestiging ontvangen.
Voorwaarden De werkgever kan alleen telefonisch uitstel van betaling aanvragen voor een aanslag die hij heeft ontvangen. Bovendien mag de totale openstaande belastingschuld niet meer zijn dan € 20.000. Hierbij telt een toeslagschuld of een belastingschuld waarvoor hij uitstel van betaling heeft in verband met een lopend bezwaar, niet mee voor het bedrag van € 20.000. Vereist is verder dat er geen dwangbevel is verkregen voor openstaande belastingschuld, er geen onbetaalde vergrijpboete is en er voor de openstaande belastingschuld nog geen uitstel van betaling is verkregen (behalve vanwege een bezwaarprocedure). Tot slot is vereist dat er tijdig aangifte is gedaan en er geen sprake is van een aangifteverzuim.
Uitstel van betaling Zijn de betalingsproblemen ernstiger en is er langer uitstel van betaling nodig? Dan kan de werkgever voor elke aanslag (dus ook voor de loonheffingen) uitstel aanvragen, behalve voor de motorrijtuigenbelasting. In het algemeen geeft de Belastingdienst geen uitstel voor zakelijke belastingschulden, omdat dit de concurrentieverhoudingen met andere ondernemers zou kunnen verstoren. Onder voorwaarden geeft de Belastingdienst echter toch uitstel als het bedrijf voor de hele belastingschuld zekerheid kan geven, bijvoorbeeld met een bankgarantie, een persoonlijke borgstelling of een hypotheek. De Belastingdienst kan zelfs eisen dat de onderneming een deel van het eigen vermogen inzet om de schulden te betalen. Als de werkgever geen zekerheid kan geven, wordt het verzoek sowieso afgewezen.
Let op! Als de Belastingdienst geen uitstel van betaling verleent, moet de aanslag alsnog op tijd worden betaald. Is de betalingstermijn al verstreken, dan is het raadzaam de aanslag zo snel mogelijk (inclusief rente) te betalen, anders volgt een aanmaning en daarna een dwangbevel.
Schriftelijke aanvraag De werkgever kan het verzoek tot langer uitstel van betaling schriftelijk indienen met behulp van het formulier ‘Verzoek betalingsregeling en uitstel van betaling van belasting en/of premie voor ondernemingen’ . De werkgever kan op het uitstelformulier een voorstel doen hoe hij de aanslag wil betalen. Dit kan bijvoorbeeld in zes gelijke termijn. Het kan ook voorkomen dat de werkgever verwacht over twee maanden geld te ontvangen waarmee hij op dat moment de schuld in één keer wil afbetalen. Voorwaarde is dat de aanslag zo snel mogelijk moet zijn betaald, maar in elk geval uiterlijk binnen twaalf maanden. De Belastingdienst geeft namelijk nooit meer uitstel dan één jaar. De inspecteur geeft in de uitstelbeslissing aan of hij akkoord gaat met de voorgestelde betalingsregeling. Na de (laatste) betalingstermijn moet men altijd rente betalen, dus ook als er uitstel is verleend.
Verrekening Er is ook een mogelijkheid om de aangifte loonheffingen te verrekenen met de btw-teruggaaf die in dezelfde periode wordt verwacht. Ook op deze manier is enig uitstel van betaling te verkrijgen op het moment dat de liquiditeitspositie van het bedrijf slecht is.
Voorwaarden Verrekenen van loonheffingen met btw kan onder de volgende voorwaarden:
- de aangifte loonheffingen waarmee men de btw-teruggaaf wil verrekenen is op tijd gedaan;
- het aangiftetijdvak van de aangifte loonheffingen en het aangiftetijdvak van de btw-aangifte waarvoor de teruggaaf wordt verleend eindigen in dezelfde maand;
- als het aangiftetijdvak van die btw-aangifte eindigt op 31 december, mag men ook nog verrekenen met de twaalfde vierwekenaangifte loonheffingen. Dat mag ook als dat aangiftetijdvak eindigt in november;
- er staan geen andere belastingschulden open;
- het verzoek om verrekening wordt uiterlijk op de uiterste aangiftedatum van de aangifte loonheffingen gedaan.
Voorbeeld De btw-teruggaaf over het tweede kwartaal mag verrekend worden met de aangifte loonheffingen over juni of de zesde vierwekenperiode, want de zesde vierwekenperiode eindigt in juni. De btw-teruggaaf over december mag verrekend worden met de aangifte loonheffingen over december (de dertiende of twaalfde vierwekenperiode).
Advies In het geval een werkgever uitstel van betaling wil bij de Belastingdienst, is het raadzaam na te gaan of hij voor verrekening in aanmerking komt. Dat is het soort uitstel van betaling dat de Belastingdienst het gemakkelijkste verleent. Als de werkgever een aangifte loonbelasting moet betalen en over dezelfde periode ook een teruggaaf omzetbelasting tegemoet kunt zien, kan hij een verzoek indienen de aangifte loonbelasting te verrekenen met de teruggaaf omzetbelasting. Komt hij voor deze verrekening in aanmerking, dan krijgt hij snel uitstel van betaling voor de aangifte loonbelasting. Let er overigens op dat een verzoek om uitstel van betaling niet hetzelfde is als een melding betalingsonmacht!